De eerste – gemiddelde – groep met 9 kippen was gezond, lekker vol en goed-geveerd. En de ei-productie was met maar liefst 160% toegenomen.
De andere groep met de super-chickens was er veel slechter aan toe. Van de 9 kippen waren er nog maar 3 in leven. En de drie die nog leefden zagen er verschrikkelijk slecht uit. Ze hadden amper nog veren en waren heel mager. Deze super-chickens bleken zo agressief dat ze elkaar hadden doodgepikt. De individueel productieve kippen hadden hun succes enkel bereikt door het onderdrukken van de productiviteit van een ander.